Een feestelijke dag
Stel je voor: het is carnaval. Je bevind je tussen een drukte aan kleuren en carnavalspakken. En dan klinkt er ineens muziek in de straat. De muzikanten komen dichterbij, het licht weerkaatst op de instrumenten. En dan verschijnt er een bonte reus, gemaakt van riet. Er staat een groepje mensen omheen te kijken. De kinderen zijn helemaal verbaasd. Grote mensen ook… Je kijkt naar een reus, hét symbool van de Vlaamse volkscultuur.
Een plaatselijk symbool
Hier heeft haast elk dorp zijn eigen carnavalsreus. Ze staan het hele jaar binnen en wachten tot het belangrijke carnavalsfeest. In Cassel doet Reuze Papa mee met de wintercarnaval, op de muziek van het Reuze Lied, het bekende carnavalslied. Op tweede Paasdag wordt hij vergezeld door Reuze Mama. Bij de eerste klanken van de fanfaremuziek voel je mee met de muzikanten die spelen voor de stadsreuzen die ze het hele jaar niet gezien hebben.
In Belle is carnaval ondenkbaar zonder Gargantua, die er vanaf de vrijdagavond bij is. De reuzen zijn lokale symbolen die een bekend of legendarisch personage uit de geschiedenis van de stad vertegenwoordigen. In Godewaarsvelde wordt carnaval gevierd onder het toeziend oog van Henri le Douanier, als teken voor de nabijgelegen Belgische grens. In Hazebroek maakt Tisje-Tasje en zijn familie deel uit van de traditionele optocht tijdens het halfvasten. In Steenvoorde zijn Jean le Bûcheron, Belle-Hélène, Rosalie en Edgar l’Motard er elke optocht bij.