Door kinderogen gezien
De Vlaamse kinderen zijn het allemaal met elkaar eens. De mooiste stadsreus is die van hun eigen dorp! Nou goed, misschien ook die uit het dorp van Opa en Oma dan. Je hoeft maar te kijken naar hoe de kinderen glunderen tijdens een optocht, om te begrijpen hoeveel ze ervan houden. Voor kinderen zijn stadsreuzen betoverend, een bron van fascinatie, fantasie en vrolijkheid.. Maar dat geldt ook voor volwassenen. Want laten we eerlijk zijn, ook wij voelen ons weer even kind als we Jean le Bûcheron of Henri le Douanier zien!
De dragers van de reuzen
Wie reus zegt, zegt ook drager. Onder de rokken van de reuzen lopen namelijk dragers, die de poppen niet alleen laten lopen maar vooral laten dansen. Wat een kracht! Wat een inspanning! Reuze Papa weegt meer dan 90 kg. Tisje Tasje weegt 80 kg. Totor in Steenwerk tikt de 120 kg aan. Je snapt wel hoe nauw en hoe warm het is onder zo’n pop. Alleen de drager bij het raampje onder de rok heeft zicht op de weg. De andere dragers volgen en moeten hetzelfde ritme aanhouden. De minste of geringste misstap kan fataal zijn voor de reus! En dan begint de stadsreus ineens te dansen. Je wordt meegesleept door het ritme en de bewegingen, waardoor je haast vergeet dat de dragers de pop laten dansen. Als je ziet hoe stijlvol Belle Hélène danst, krijg je spontaan bewondering voor ze!