Naar de top
Heb je ooit een hopveld in de winter gezien? De kale palen en draden geven een enorm geometrisch en grafisch beeld aan het geheel. Toch ontwaakt de hop, onder de grond, stilletjes uit zijn sluimering. In maart beginnen de hopscheuten dan ook te verschijnen. Ze lijken dan een beetje op kleine asperges. Hopscheuten zijn niet alleen gewild bij sommige fijnproevers (ze worden gezien als een delicatesse in België), maar straks dus ook bij bierliefhebbers.
In april is het tijd om de verticale kabels te installeren waar de hopstengels zich omheen zullen draaien. Wanneer de hop enkele tientallen centimeters is gegroeid, klimt hij rond de kabel, steeds dezelfde kant op, namelijk in de richting van de zon.
Vervolgens groeit de hop al snel uit tot een hoogte van zo’n 7 meter. Dat zijn dus die klimplanten die je tegenkomt tijdens het wandelen rond de Katsberg, Steenvoorde of Stapel. De eerste bloemen verschijnen in juli. Ja, echt, hopbellen zijn bloemen en ze groeien uitsluitend op de vrouwelijke hopplanten. Het duurt nog wel even voordat ze zich vullen met hopklaver en klaar zijn om in september geoogst te worden.
Het oogstproces
Aan het einde van de zomer begint het langzaam te bruisen tussen de plantenrijen. Een aantal tekenen laten zien dat de oogst nabij is: de bloemen zijn gevuld met geel poeder, de hopklaver. Het blad voelt haast net zo droog als papier, en heeft die typische kruidachtige en herkenbare geur van hop. Bij het begin van de oogst worden de hopstengels aan de onder- en bovenkant los geknipt van de kabels.
Op de boerderij gaan de hopstengels één voor één door een machine die de hopbellen van de stengels plukt. Een speciaal apparaat scheidt de bloemen van de blaadjes, want alleen de hopbellen met de waardevolle hopklaver worden bewaard! Ze worden gedroogd en in zakken gedaan om hun smaak te bewaren. Vervolgens worden er korrels van gemaakt, die onze lokale bieren* op smaak brengen.