Het is kleurrijk!
Zodra ik binnenstap, duik ik in een gezellige sfeer met overal decoratievoorwerpen. Hebbedingetjes, fotolijsten, Vlaamse leeuwen: ik kijk mijn ogen uit. Ik krijg spontaan zin om te gaan zitten en wurm me dan ook een weg naar dat ene tafeltje daar in de hoek. Van hieruit heb ik een fantastisch uitzicht op deze kleurrijke omgeving.
Ik krijg heel vriendelijk de menukaart aangeboden, met keuze uit typische Vlaamse specialiteiten: Potjevleesch, welsh rarebit, picon, chicorei. Bij elk woord dat ik lees duik ik in een andere wereld en toch voelt het vertrouwd. De eigenaar van de estaminet legt me namelijk met een brede glimlach uit wat het allemaal is. Hij vertelt daarbij dat al zijn recepten worden gemaakt met streekproducten uit de omgeving van het dorp. Voor hem is dat de basis voor de keuken van een estaminet: werken met kwaliteitsproducten en met regionale ingrediënten, om een authentieke smaak te garanderen. Overtuigd door zijn verhaal kies ik voor een “potje” met zijn huisgemaakte frietjes.
Het is warm!
Terwijl ik op mijn bordje wacht kijk ik naar de hopstengels die aan het plafond hangen te drogen. En dan dwaalt mijn blik af naar het tafeltje naast me, waar een gezin een apart spelletje speelt: een rond bordspel van hout, waarbij je met een blaasbalgje een balletje vooruit blaast. Bij mijn vragende gezicht legt het gezin me uit dat het spelletje “Billard Nicolas” heet. De bedoeling van het spel? Het balletje in het gaatje van je tegenspelers blazen en voorkomen dat er balletjes in jouw gaatje worden geblazen. De kinderen schieten in de lach en vragen of ik het wil proberen. Zo te zien hebben zij het spelletje al vaker gespeeld, want ik krijg het niet voor elkaar. Maar dat geeft niet, want het gaat om het plezier van het spel.